|
De Hijaab dient dus
alles te bedekken wat tot de 'awrah behoort. Het woord 'awrah
betekent: de lichaamsdelen die niet getoond mogen worden.
Allah zegt in de Qor-aan:
"O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes
en tot jouw dochters en tot de vrouwen van de gelovigen dat zij
hun overkleden (Djilbab) over zich heen laten hangen. Op die manier
is het gemakkelijker om hen te herkennen en worden zij niet lastig
gevallen. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig".
[Al Ahzaab 33 : 59]
Deze aayah geeft duidelijk aan, dat het verplicht is voor vrouwen
om hun schoonheid en versieringen te verbergen voor mannen die
niet-mahram ("vreemden") zijn. Wanneer een lichaamsdeel
van een vrouw per ongeluk te zien is, dient dit zo snel mogelijk
bedekt te worden, opdat zij niet in zonde valt.
Al Haafiedh ibn Kathier zei in zijn tafsier: "dit betekent
dat vrouwen geen enkele versiering aan de niet-mahram mannen dienen
te tonen. Uiteraard geldt dit niet voor de gedeelten die onmogelijk
te bedekken zijn. Ibn Mas'oed zei: een voorbeeld hiervan is de
mantel en jurk - hiermee wordt gedoeld op de buitenkleding die
de vrouwen van de Arabieren droegen. De buitenkleding verborg
namelijk hetgeen wat de vrouw eronder droeg, alleen soms stak
er een kledingstuk onder de buitenkleding uit. In dit geval valt
een vrouw niet in zonde, aangezien het voor haar onmogelijk is
om dit gedeelte te bedekken. |
Indien de Hijaab
doorzichtig is bedekt deze niet goed. Overigens maakt een transparante
of doorzichtige Hijaab de vrouw mooier en aanlokkelijker. De profeet
zei met betrekking tot dit punt:
"Gedurende de laatste dagen van mijn
oemmah zullen er vrouwen zijn die bedekt zijn, maar toch naakt
zijn; zij zullen iets als kamelenbulten op hun hoofden hebben.
Vervloek hen, want zij zijn vervloekt."
Een andere overlevering volgt hieraan toen:
"Zij zullen het paradijs niet betreden
en zelfs niet de geur ervan ruiken, ondanks dat men de geur van
het paradijs van een grote afstand kan ruiken." (Overgeleverd
door Moesliem)
Ibn 'Abd al Barr zei:
"De profeet
bedoelde met deze uitspraak, dat vrouwen die doorzichtige kledij
dragen, niet bedekt zijn. In termen van naam zijn zij bedekt,
maar in feite zijn zij naakt." (overgedragen door As Soeyoeti
in Tanweer al-Hawaalik, 3/103)
|
Het doel van het
kleden is om fitnah (verleiding) te voorkomen. Dit kan alleen
bereikt worden indien kleding losjes en wijd zijn. Strakke kleding,
ook al verbergen deze de kleur van de huid, accentueren namelijk
de afmetingen en de vorm van het lichaam en cre?ren een levendig
beeld in de gedachten van mannen.
Oesamah ibn Zayd zei:
"De boodschapper van Allah
gaf me een dik Egyptisch kledingstuk, dat hem geschonken was bij
Doehyat al-Kalbi, en ik gaf het aan mijn vrouw om te dragen. De
profeet
vroeg, 'waarom zie ik jou niet dat Egyptische kledingstuk dragen?'
Ik antwoordde, 'ik heb het aan mijn vrouw geschonken.' Hierop
zei de boodschapper van Allah ,
'zeg haar, er een jurk onder te dragen, want ik vrees dat het
de afmetingen van haar botten zal beschrijven.'" (overgeleverd
door ad Diyaa' al-Maqdisi in al-Ahaadieth al-Moekhtaarah, 1/442,
en deze hadieth is ook door Ahmad en al-Bayhaqi, met een hasan
isnaad, overgeleverd.) |
Er zijn vele overleveringen
die vrouwen verbieden om parfum te dragen, wanneer zij hun huizen
verlaten. Wij zullen hieronder een aantal authentieke overleveringen
opsommen:
- Aboe Moesa al-Ash'ari heeft overgeleverd, dat de boodschapper
van Allah heeft gezegd
: "elke vrouw die parfum opspuit
en vervolgens langs mensen loopt zodat zij haar kunnen ruiken,
is een overspelige vrouw."
- Zaynah at-Thaqafiyyah heeft overgeleverd, dat de profeet
zei: "als een van jullie naar
de moskee gaat, raakt dan geen parfum aan."
- Aboe Hoerairah heeft overgeleverd, dat de profeet
zei: "elke vrouw die haarzelf
met bakhoer (wierook, parfum) geparfumeerd heeft, dient niet
het 'isha gebed met ons te verrichten."
- Moesa ibn Yassaar zei, dat een vrouw langs Aboe hoerairah
liep en haar geur was overweldigend. Aboe Hoerairah zei, "O
vrouwelijke dienares van Al-Jabbaar, ga jij naar de moskee?"
Zij zei, "ja." Hierop vroeg hij, "heb jij daarom
jezelf geparfumeerd?" Wederom antwoordde zij met "ja".
Aboe Hoerairah zei: "ga terug naar huis en was jezelf,
want ik heb de boodschapper van Allah
horen zeggen: 'als een vrouw naar
de moskee komt en haar geur is overweldigend, dan zal Allah
het gebed niet van haar accepteren, totdat zij teruggaat en
haarzelf wast.'
Deze overleveringen geven een algemene implicatie. Zoals de overleveringen
het verbod op parfum over het hele lichaam vermelden, zo geldt
dit ook voor het parfumeren op een specifiek aspect (in dit geval
kleding). In de derde hadieth wordt bakhoer (wierook, parfum)
expliciet vermeld, omdat bakhoer met name gebruikt wordt voor
het parfumeren van kleding.
De reden voor dit verbod is overduidelijk: vrouwelijke geuren
kunnen de mannelijke lusten provoceren. De geleerden hebben ook
andere aspecten genoemd, die een vrouw moet vermijden als zij
naar de moskee gaat. Enkele voorbeelden zijn: het dragen van mooie
kleding, juwelen die men kan zien, overdreven versieringen en
het mengen met mannen. (Zie Fath al-Baari, 2/279)
Ibn Daqieq al-'Ied zei: "dit geeft
aan dat het verboden is voor een vrouw, om haarzelf te parfumeren
wanneer zij naar de moskee wil gaan. Op deze manier zal een vrouw
namelijk de mannelijke lusten opwekken." (Dit is overgeleverd
door Al Manaawie in Fayd al-Qadier, in het commentaar op de eerste
hadieth van Aboe Hoerairah die hierboven is geciteerd)
|
|
In de sharie'ah wordt
vermeld dat moslims, zowel mannen als vrouwen, de koeffaar niet
moeten imiteren op het gebied van religie, feesten of kleding.
Dit is een belangrijk islamitisch principe dat vandaag de dag
echter, tot onze grote spijt, door veel moslims vergeten wordt
- zelfs degenen die oproepen tot de islam en de islam volgen,
vergeten dit. Dit komt door onwetendheid over hun religie, of
doordat zij hun eigen lusten en verlangen volgen. Het kan ook
komen door uitzondering, gecombineerd met de moderne gewoontes
en imitatie van het ongelovige Europa. Dit is slechts een van
de oorzaken van terugval en zwakheid aan de kant van de moslims,
waardoor de buitenlanders hen konden overweldigen en koloniseren.
Allah zegt:
"?voorwaar, Allah verandert de
(goede) toestand van een volk niet, totdat zij hun eigen toestand
veranderen?" [ar-Ra'd 13:11] |
|
Ibn 'Oemar heeft
namelijk gezegd, dat de Profeet zei: "Degene
die een kledingstuk van faam en ijdelheid draagt in deze wereld,
Allah zal hem kleden in een kledingstuk van vernedering op de
Dag der Opstanding, daarna zal Hij het vuur om hem heen doen opstijgen."
(Hijaab al-Mar-ah al-Moeslimah, p. 54-67) |
|
Allah zegt:
"En zeg tegen de gelovige vrouwen?hun
sierraad niet te tonen?" [An Noor 24: 31]
Dit wordt ondersteund door de volgende aayah in Soerat Al Ahzaab:
"En blijft in jullie huizen en vertoont
jullie versieringen niet zoals dat in de vroegere tijd van de
onwetendheid werd gedaan" [al-Ahzaab 33:33]
Tevens is er een hadieth overgeleverd waarin de profeet
zei:
"Er zijn er drie, vraag mij niet over
hen: een man die de jama'ah verlaat, zijn leider ongehoorzaam
is en ongehoorzaam sterft; een vrouwelijke of mannelijke slaaf
die wegrent en vervolgens sterft; en een vrouw wiens man afwezig
is - maar die haar alles heeft achtergelaten wat zij nodig heeft-
die gedurende zijn afwezigheid haarzelf losbandig vertoont. Vraag
mij niet over hen." (Overgeleverd door Al Haakiem, 1/119;
Ahmad 6/19; uit de hadieth van Faddaalah bint 'Oebaid. De isnaad
sahieh en het is opgenomen in al-Adab al-Moefrad). |
|
Het is overgeleverd in
authentieke overleveringen, dat een vrouw die mannen (in kleding
of iets dergelijks) imiteert vervloekt is. Hieronder zijn een aantal
overleveringen opgesomd:
- Aboe Hoerairah zei: "De boodschapper
van Allah
vervloekte de man die vrouwenkleren draagt en de vrouw die mannenkleding
draagt."
- 'Abd Allaah ibn 'Amr zei, dat hij de boodschapper van Allah
hoorde zeggen: "De vrouwen die
mannen imiteren en de mannen die vrouwen imiteren, behoren niet
tot ons.'"
- Ibn 'Abbaas zei: "De profeet
vervloekte verwijfde mannen en gespierde vrouwen. Hij zei, 'gooit
hen uit jullie huizen.'" Ibn 'Abbaas zei ook: 'De profeet
verdreef die en die, 'Oemar verdreef die en die.'" Volgens
een andere versie: "de boodschapper van Allah
vervloekte de mannen die vrouwen imiteren en de vrouwen die
mannen imiteren."
- 'Abd Allaah ibn 'Amr heeft overgeleverd, dat de boodschapper
van Allah
zei: "Er zijn er drie die het
paradijs niet zullen betreden en waarnaar Allah niet eens zal
kijken op de Dag der Opstanding: degene die zijn ouders ongehoorzaam
is, een vrouw die mannen imiteert, en de doeyoeth (bedrogen
echtgenoot; een zwakke man die geen jaloezie over zijn vrouwen
voelt)."
- Ibn Abi Maliekah - die in feite 'Abd Allaah ibn 'Oebayd-Allaah
heette- zei: aan 'Aa-ishah werd gevraagd, 'Wat
als een vrouw mannen sandalen draagt?' Zij antwoordde: 'de boodschapper
van Allah
vervloekte vrouwen die zich als mannen gedroegen.'"
Deze overleveringen geven duidelijk aan, dat het voor vrouwen
niet toegestaan is om mannen te imiteren en andersom. Dit geldt
niet alleen voor het imiteren op het gebied van kledij, zoals
in de eerste overlevering, maar ook op andere gebieden. Aboe Dawoed
zei, in Massa-il al Imaam Ahmad (p.261): "ik
hoorde Ahmad ondervraagd worden over een man die zijn vrouwelijke
slaaf kleedt in een tunica. Hij zei, 'Kleedt haar niet in mannelijke
kleren en laat haar niet op een man lijken.' Aboe Dawoed zei:
ik zei tegen Ahmad, 'kan hij zijn vrijgezelle sandalen aan haar
geven?' Hij antwoordde, 'Nee'. Ik vroeg, 'mag hij haar haren kort
knippen?' Hij antwoordde, 'nee'.'"
|
|
|